Het vaststellen van belastbaarheid bij moeilijk objectiveerbare klachten roept in de praktijk veel vragen op. Met name bij klachten in het kader van het postwhiplash en het postcommotioneel syndroom. Het juridische kader ten aanzien van moeilijk objectiveerbare klachten in civiele letselzaken is bestendigd, maar de toepassing daarvan in concrete zaken blijkt in de praktijk vaak lastig.

Bij deze masterclass krijgt u antwoord op de vraag hoe belastbaarheid bij moeilijk objectiveerbare klachten wordt vastgesteld en welke medische en juridische aspecten daarbij van belang zijn.

Na het volgen van deze nascholing weet u ook welke vragen u het best aan de verzekeringsarts stelt en wanneer een beperking van de duurbelastbaarheid aan de orde is. Voorts wordt stilgestaan bij het verschil tussen het vaststellen van duurbelastbaarheid in het kader van de sociale verzekering (UWV) versus civiele letselschadezaken alsmede waarom de FML van het UWV onbruikbaar is in civiele letselzaken. Tot besluit wordt bij deze nascholing een FML gepresenteerd die beter aansluit bij criteria die gelden bij civiele letselzaken.

Datum:                           28 november 2024

Locatie:                          Van der Valk Amersfoort A1

Prijs:                               €495,- ex. Btw (€598,95 incl. Btw) inclusief lunchbuffet + parkeren

Programma

12:00-13:00 Ontvangst met lunch

13:00-15:00  Blok I – Juridische aspecten bij het vaststellen van belastbaarheid

• Niet-objectiveerbaar letsel
• Hoe werkt de civiele letselschadepraktijk?
• Jurisprudentie niet-objectiveerbaar letsel:
  – Niet-objectiveerbaar letsel
  – Hoe werkt de civiele letselschadepraktijk?
• Jurisprudentie niet-objectiveerbaar letsel:
  – Ten aanzien van realiteitsgehalte klachten
  – Meer in het bijzonder: het csqn verband tussen de subjectieve klachten en het ongeval
  – Ten aanzien van beperkingen
• Uitgangspunten schadevergoedingsrecht:
  – Toerekening
  – Schadebeperkingsplicht
  – Bewijslastverdeling
• Restverdiencapaciteit en de verzekeringsgeneeskundige

Docent:
mr. Maarten Tromp
Letselschade advocaat LSA, rechter-plaatsvervanger
mediator, docent Grotius Academie 
Maarten Tromp Advocaten

15:00-15:15  Pauze

15:15-17:15  Blok II – Medische en verzekeringsgeneeskundige aspecten

• Wat is belastbaarheid ?
• Sociale verzekering (UWV) versus civiele aansprakelijkheid: twee verschillende werelden
• Verschil tussen klachten en beperkingen
• Het verzekerde object: sociale verzekering versus civiele aansprakelijkheid
• Wanneer is sprake van een urenbeperking? Sociale verzekering versus civiele aansprakelijkheid
• Welke vragen stel je aan de verzekeringsarts ?
• De situatie voor en na het ongeval: aandachtspunten bij het uitvragen van het functioneren voor en na de aansprakelijkheid scheppende gebeurtenis
• De (on)mogelijkheden van de FML (sociale verzekering versus civiele aansprakelijkheidsrecht)
• Maar welke FML dan wel ? Presentatie van de FML die bij deskundigenberichten in en buiten rechte onbetwist is gebleken
• Waar moet je op letten bij de beoordeling van het concept deskundigenbericht van de verzekeringsarts als deskundige?

Docent:
Fons Elemans
verzekeringsarts en gerechtelijk deskundige
Remédis Medisch Advies

17:15
Sluiting

Bestemd voor onder meer:

• Advocaten
• Schadebehandelaars en -regelaars
• Juristen
• Medisch adviseurs
• verzekeringsartsen
• Revalidatieartsen

Nascholingspunten:

• NOvA: 4 uren (conform artikel 4.4 van de Verordening op de advocaat*: Onderwijs volgen bij niet-erkende opleidingsinstellingen | Nederlandse orde van advocaten (advocatenorde.nl) . Na deelname krijgt u een certificaat toegestuurd met bewijs daarvan.    
• NIVRE: accreditatie in aanvraag voor 4 uur.
• ABAN: accreditatie in aanvraag voor 4 uur.

* Per 1 januari 2010 is de Verordening op de Vakbekwaamheid van kracht. Deze Verordening geeft advocaten meer ruimte om opleidingspunten te behalen. Kort gezegd mag de advocaat op de voet van art. 4 en 5 van de Regeling Vakbekwaamheid zelf beoordelen of een cursus zijn vakbekwaamheid ten goede komt en in aanmerking komt voor een puntentoekenning. Wij zijn geen opleidingsinstituut. Wij kunnen dus ook geen punten toekennen.

Op basis van de reputatie van de sprekers en de actualiteit van de onderwerpen lijkt ons congres de maximale 4 PE-punten waard! Het is aan te bevelen om het congresmateriaal te bewaren zodat – indien nodig – “bewijs” kan worden geleverd. Desgevraagd zal – na het congres – een kopie van de presentielijst worden toegestuurd.